‘Stiekem schuilt er een Brabander in mij’

‘Stiekem schuilt er een Brabander in mij’

05/14/2024 - 09:02

Ze begon als communicatieadviseur bij Hogeschool Rotterdam, ging er lesgeven en werd – vanuit een sterke interesse voor IT en techniek – manager van de technische opleidingen. Ze studeerde Dutch Language and Culture en heeft een master in Teaching and Learning in Higher Education. Chantal van der Putten is nu zo’n 100 dagen onderweg als de nieuwe academiedirecteur van de Academy for Built Environment & Logistics van Breda University of Applied Sciences.
Logistics NL
  • Stories

New in town! Hoe ben je geland? Wat is je eerste indruk?

‘Ik ben geland in een hele toegankelijke en informele organisatie. Dat maakt dat ik op een laagdrempelige manier en in korte tijd al veel collega’s heb leren kennen. Wat mij meteen opviel is dat iedereen die hier werkt écht intrinsiek gemotiveerd is. En dat er relatief weinig regels en protocollen zijn. Dat heeft voordelen, maar ook nadelen.’

Daar gaan we het over hebben. Maar eerst, was het wennen op onze campus?

‘Ik voelde mij vanaf dag 1 thuis. Het is echt een hele inspirerende omgeving. Ik moest er wel aan wennen dat ik hier – als ik even bij mijn werkplek wegloop – mijn telefoon en laptop gewoon kan laten liggen.’

Heb je iets met Breda? Je komt uit Rotterdam, toch?

‘Klopt, ik woon in hartje Rotterdam. Daar vind je zo’n 150 nationaliteiten bij elkaar. Dat is wel echt anders. Ik wil Breda zo snel mogelijk leren kennen. Dus ik ben al bij een wedstrijd van NAC geweest. De sfeer in de stad spreekt mij enorm aan. Ik denk dat er stiekem een beetje een Brabander in mij schuilt. Ik ben iedere dag op de campus te vinden. De cultuur van Work hard, Play hard past bij mij. Hier worden successen gevierd. Dat vind ik zo goed! Dat gevoel van samen helpt je verder.’ 

Anders dan in Rotterdam, als ik je zo beluister? 

‘Begrijp me niet verkeerd, ik ben in beide omgevingen heel graag! Maar ik heb wel bewust gekozen voor iets anders. Op mijn lijstje stonden Howest (Hogeschool West-Vlaanderen, red.) en BUas bovenaan. Ze hebben een vergelijkbaar karakter. Ik kreeg deze kans bij BUas en dat voelt als een mooie volgende stap. Het is een vooruitstrevende hogeschool. Ik merk dat ze er hier alles aan doen om een inclusieve leeromgeving te zijn voor alle studenten, zodat iedereen kan floreren.’

En wat is dat dan, volgens jou, een inclusieve leeromgeving?

‘Iedere student is anders en dat mag! Een inclusieve leeromgeving betekent voor mij dat je erkent dat iedereen op een andere manier leert en dat je studenten helpt op dat leerpad. Bied lesstof niet op één manier aan, zoals vroeger gebruikelijk was, maar geef studenten meer opties. De één leert graag uit een boek, de ander werkt liever aan een opdracht. Laat studenten hun eigen pad kiezen en faciliteer dat zoveel mogelijk. Er zijn verschillende manieren om je leerdoelen te bereiken. En die leerdoelen zijn misschien ook niet zo eenduidig meer.’

Want?

‘We leiden niet meer op voor een beroep dat je je hele leven blijft doen en altijd hetzelfde blijft. De wereld verandert sneller dan ooit. Ik bedoel, mijn ouders hebben hun hele leven hetzelfde werk gedaan, de grootste verandering hierin was dat de typemachine werd vervangen door de computer. Even gechargeerd, maar je begrijpt wat ik bedoel. De veranderingen volgen elkaar nu in zo’n rap tempo op, we moeten onze studenten helpen zich staande te houden door ze te leren navigeren.’

Het compas in de rugzak van studenten. Die metafoor gebruikte bestuursvoorzitter Jorrit tijdens de Education Day van BUas. Koers houden dus?

‘Maar ook – of juíst – wendbaar zijn. Dat betekent dat er aandacht moet zijn voor persoonlijke ontwikkeling, voor het trainen van soft skills. Er komt een hoop op studenten af. Om je staande te houden, heb je vooral die menselijke vaardigheden nodig.’

En wat zit er in jouw rugzak? Wat neem jij mee naar BUas?

‘Precies dat wat jij nu doet. Direct zijn. Het mag wat mij betreft wel wat directer. Niet bot, maar duidelijk. Ook als het gaat om het vastleggen en beschrijven van processen. Ik zei het net al, regels en protocollen hebben voor- en nadelen. Ik ben gewend aan een meer systematische aanpak, organisatiebreed dezelfde tools gebruiken. Mijn ervaring is dat het werkdrukverlagend werkt. Qua bedrijfsvoering valt er nog winst te behalen, denk ik.’  

Dat klinkt paradoxaal. Net zei je dat BUas zo vooruitstrevend is?

‘Absoluut! Als het gaat om de inhoud van het onderwijs is BUas echt innovatief. En verdiepend op hele belangrijke thema’s. Wat ik het mooie vind aan deze hogeschool is dat de vakgebieden sterk met elkaar verbonden zijn. En toch heeft iedere academie een eigen voelbare en herkenbare identiteit. Ik denk niet dat we er bang voor moeten zijn dat we die verliezen als academies nog meer met elkaar optrekken dan ze nu al doen. Want dat is wel waar ik me hard voor ga maken.’

Nog meer inzetten op een cross-domain aanpak dus?

‘We hebben elkaar simpelweg nodig. We zitten elke week met alle academiedirecteuren aan tafel om te kijken waar we elkaar kunnen helpen of versterken. Want samen sta je nu eenmaal sterker. Kijk, het zou intens zonde zijn als we samengaan met bijvoorbeeld een Avans, maar met 7.000 studenten hebben wij écht bestaansrecht en kunnen we ook écht impact maken. Ook binnen mijn academie wil ik kijken of ik de samenwerking tussen de twee domeinen nog verder kan intensiveren om zo onze impact nog verder te vergroten.’

Je bent veel op de campus, zei je al. En als je daar niet bent? Heb je nog tijd voor iets anders? 

‘Ik doe nogal wat bestuurswerk, onder andere voor Stichting Student Pride Nederland en voor de supportersvereniging Roze Kameraden van Feyenoord. Ik heb een seizoenskaart, dus ik ben veel in de Kuip te vinden. Maar ik wil zeker ook vaker naar NAC gaan kijken. Hopelijk spelen ze binnenkort weer in de Eredivisie!’

 

Interview: Maaike Dukker-’t Hart